Hoofdtekst
Ich en de Witte van de gard van Kesselt, ver koemen van Kesselt en goengen no Maastricht. En in de Pannepoel, do koem ons een fijn voiture tegen met een koppel witte schimmelen in. Prachtig, prachtig! En die stopte voor ons, ver kosten nie meer door en vier kèrels erin, wei (gelijk) een huis zo groot en de Witte stond voor mech. Ver hadden moeten met gaan maar dat gong zo niet. En dow krègen ver e boekske en dat boekske kos de Witte nie kwijt worden. Zijn vrouw had 't diks verbrand en do koem altied e nieuw. En dow hebben de paters van Rijkholt 'm do van afgeholpen. En elke keer als er buiten Maastricht koem, dan zag er die koets.
Onderwerp
SINSAG 0752 - Zauberbuch kann nicht verbrannt oder weggegeben werden: Zauberer lässt es stehlen.   
SINSAG 0931 - Die Teufelskutsche.   
Beschrijving
Een man die samen met de Witte van Kesselt naar Maastricht ging, zag bij de Pannepoel een koets met twee schimmels aankomen. In de koets zaten vier grote kerels die aan de Witte een boekje gaven. De man kon dat boekje niet meer kwijtraken. Zijn vrouw had het boekje al vaak verbrand, maar het kwam telkens terug. Uiteindelijk hebben de paters van Rijkholt de man van het boekje verlost. Telkens wanneer de man buiten Maastricht kwam, zag hij die koets.
Bron
W. Jackers, Leuven, 1958
Commentaar
2.3 Toverboeken
limburgs (bilzen)
560
memoraat
Naam Overig in Tekst
Witte   
Rijkholt (paters van)   
paters van Rijkholt   
Naam Locatie in Tekst
Gellik   
Plaats van Handelen
Rijkholt   
Pannepoel (tussen Kesselt en Maastricht)   
Kesselt   
Maastricht