Hoofdtekst
Beschrijving
Op een boerderij werkte een knecht die over bijzondere krachten beschikte. Toen de boer gestorven was, werd de boerderij eigendom van de jongere broer van de boer. De knecht vond dat niet leuk. Wanneer de jonge boer met een lege kar terugkwam van zijn veld, geraakte hij plots niet meer voort. Die knecht bezat een boek. Op een dag gaf hij het boek aan de jongen boer, die het in een kast zette. Toen de knecht enkele dagen vroeg: "Heb je mijn boek weg gelegd?", antwoordde de boer: "Ja, hij ligt daar in de kast". Het boek was echter uit de kast verdwenen. De boer kon niet in dat boek lezen en beweerde dat er niets in stond. De knecht kon er wel in lezen.
Bron
D. Lecock, Leuven, 1974
Commentaar
2.3 Toverboeken
brabants (haspengouw)
78B
Vader van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Walsbets