Hoofdtekst
Een van Glaaië (= Glons) kwam met ene koref rond en ze kwam hier in. We hadden e schoon kinneke, mè e vree schoon, hörste! 'Ah, mij(n) kinneke! zei ze, geef mich eens e schoon händsje!' Het kinneke gaf e lief händsje en het kreeg e ketelke (= kettingske) van haar. Mè t' rnoa was het het eigende (= hetzelfde) kindsje niemee, het was niemee zo levendig en het was zo gezwollen. Toen heb ich het ketelke uitgedaan en toen herkwam (= herstelde) het.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Een vrouw uit Glons ging in Herderen leuren. Met haar mand ging de vrouw binnen in een huis waar men een kindje had. De vrouw sprak tot het kindje: "Geef mij eens een mooi handje!" Toen het kindje de vrouw een handje had gegeven, kreeg het van een kettingkje. Sindsdien gedroeg het kindje zich echter vreemd; het was opvallend stil en had een gezwollen gezichtje. Nadat de moeder het kettinkje had weggenomen, werd het kindje weer even levendig als voorheen.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (tongeren en omstreken)
749
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Herderen   
Plaats van Handelen
Glons   
Herderen