Hoofdtekst
Ne man kâm 's nachs van ze werk langs den hôtkant en ze wierpe hem do bê jôdklotte nor zenne kop. Hê zôg niks. Ze hebben den hielen hôtkant uitgekapt, en ze vonden een kroeg geild, van veul eeuwe geleen. Toen wor alles gedôn en kâme ter gien spoke nemie.
Onderwerp
SINSAG 0401 - Der verborgene Schatz.   
Beschrijving
Een man die 's nachts terugkwam van zijn werk, schrok toen er plots iemand aarde naar zijn hoofd gooide. Er was echter niemand te zien. Langs de kant van de weg lag een kist met geld begraven. Nadat de schat was gevonden, verscheen het spook niet meer.
Bron
M. Hermans, Leuven, 1966
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (herk-de-stad)
279
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Schakkebroek