Hoofdtekst
Beschrijving
Een bakker die op maandag gist verkocht, ging gist brengen naar een vrouw voor wie zijn moeder hem had gewaarschuwd. Men mocht van die vrouw namelijk niets aannemen omdat ze er werd van verdacht een toveres te zijn. De vrouw droeg een rode halsdoek. De vrouw betaalde de man voor de gist en het brood dat de bakker haar kwam brengen. Pas daarna realiseerde de man zich dat hij geld van de toveres had aangenomen. Toen de man aan het einde van zijn ronde was, klopte zijn rekening niet.
Bron
M.-J. Deraemaeker, Leuven, 1977
Commentaar
2.1 Heksen
brabants (zuid-west)
156D
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Buizingen