Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

TBERG0130_0130_21988

Een sage (mondeling), 2003-02-5 2003-02-5 (foutieve datum)

Hoofdtekst

28H Maar mijn vader, die was al opgekweekt. Want dat is een helderziende.29I Ja maar, dat is een ander verhaal. Mijn klein zogezegd, dat was het oudste meisje dan zogezegd.28H Dat was haar opvolger. 29I Dat was haar opvolger. En je weet, iemand die zo… Een heks zal ik dan maar zeggen, die moet iemand hebben om haar op te volgen. Want anders heeft die een geweldige doodstrijd. En dat heeft ze verschrikkelijk gehad. Enorm, enorm, want dat wens ik niemand toe. Haar wens ik dat nog niet toe, wat dat ze mij aangedaan heeft. Nee, zo ben ik niet.28H Dan tenen kwijt, dan haar voet en dan zo hoger en hoger. 29I Ja, en op het einde ook blind en zo.28H Ja, het was erg.29I Maar dat wens ik haar niet toe, dat doe ik niet. 28H Ja, ze heeft nog al iets meegemaakt. 29I En dan op het laatste vroeg ze ook altijd achter Audrey. Maar die is na een tijd niet meer gekomen, want die wist van wanten. Dat was haar opvolger. Ook voor altijd maar kwaad aan de mensen te doen. En Tine, als ze je niet kon uitstaan.

Onderwerp

SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste    SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   

Beschrijving

Een vrouw werd altijd geplaagd door haar schoonmoeder, die een heks was. Toen de heks voelde dat ze zou sterven, vroeg ze altijd naar haar kleindochter. Ze had immers iemand nodig aan wie ze haar toverkunsten kon doorgeven. De kleindochter wist echter wel wat er aan de hand was en weigerde haar grootmoeder te bezoeken. De heks heeft een verschrikkelijke doodsstrijd gehad. Ze raakte bijvoorbeeld haar tenen kwijt en werd blind.

Bron

T. Bergen, Leuven, 2003

Commentaar

2.2 Tovenaars
vlaams-brabants (groot-aarschot)
28H en 29I
memoraat

Naam Locatie in Tekst

Rillaar    Rillaar