Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

JASPE0104_0104_11714 - Plaaggeest zet 's nachts schuur onder water. 's Morgens alles weer droog

Een sage (mondeling), 1958

Hoofdtekst

Dat was ook bij een boer. De knecht moest in ’t stal slapen, in een koetse (soort alkoof), en ’s nachts je (hij) wordt hij wakker, je trekt de schuive open van voor zijn bedde end je (hij) zat met z’n benen voor de koetse, om er uit te komens, en ’t was pekkedonker in ’t stal, geen lucht (licht). En je wierd hij vaste gepakt met lijf en ziele en ’t stond daar een grote kèzel (grote ton, waterbak) en je werd hij daar in gesmeten tot over de kop. En je (hij) moest z’n eigen ontdragen (voor zich zorgen) he, je moest er zelf weer uit komen. En je moest de boer opkloppen voor andere kleren want je was lekende (kletsnat) nat en ’t stal stond onder water tot aan de koeien under (hun) knieën en dat was deure van ’s nachts te twaalven. En dat water bleef in ’t stal staan tot ’s nuchtends te zessen. En de boer moest een vlot smijten voor z’n beesten uit ’t stal ’t halen dat onder stond van ’t water. En die knecht wilde weer helpen, j’ (hij) had andere kleren aangedaan, en je (hij) werd tegen de grond geslegen, nog een keer in dat water. En as ‘t ’s nuchtends zeven was dat water was al weg en ’t stal was zo droog of strooi. En z’hadden vele rooi (last) met de beesten, ze waren verschuwd (verschrikt), en ze moesten er op slaan om ze weer in ’t stal te krijgen.

Beschrijving

Een knecht die in de stal sliep, werd omstreeks middernacht wakker en wilde even opstaan. Plots werd de knecht vastgegrepen en in een grote ton water gegooid. De knecht kroop met veel moeite uit de ton en stelde vast dat de koeien in de stal tot aan hun knieën in het water stonden. Om zes uur 's ochtends moest de boer met een vlot zijn dieren uit de stal halen. De knecht werd toen weer door een mysterieuze kracht in het water geslagen. Om zeven uur 's ochtends was de stal plots helemaal droog alsof ze nooit nat was geweest.

Bron

J. Aspeslagh, Leuven, 1958

Commentaar

1.5 Plaaggeesten
west-vlaams (kamerlingsambacht)
66
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Oostende    Oostende