Hoofdtekst
Nao de mès ’s zondes zuote de rieken hiêr mèt z’n twie dochters in de koets. In het midden oppe grond laag ene bokkeriejer en iè hauw ’n verkesblaos hiel vol verkesbloôd. En in dat de koets aankwaam staak er die kapot en het blood leep zoe uever hem. Daen hier stapde van z’n koets aaf en dow maakden iè hem kapot en stool het geljd.
Onderwerp
SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   
Beschrijving
Op zondag kwamen de rijke heren met hun dochters in een koets terug van de mis. Op een dag had een bokkenrijder zich met een varkensblaas vol bloed onder de koets verstopt. Toen de heer thuiskwam, sprong de bebloede bokkenrijder tevoorschijn, doodde de heer en stal al het geld.
Bron
J. Venken, Leuven, 1968
Commentaar
4. Historische sagen
limburgs (maasvallei)
613
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Sint-Truiden