Hoofdtekst
Op 'n Theunissen daar, daar zaten zo enkele jonggezellen bijeen en daar gingen ze 's avonds altijd buurten, dan zaten ze daar met ne man of tien bijeen en dan werd daar verteld, verteld, dagen en nachten aan een stuk. Maar die hadden daar ne grote knecht voor op 't veld te werken en dan ne kleine voor op de boerderij. Ja, en die mannen die luisterden dat allemaal af hé en op den duur wisten die hoe dat dat ging. En die kleine knecht die maakte zich ooch weerwolf. Nu op nen avond als de baas op gang ging zat hij gereed en hij sprong hem in zijne nek, maar die was van niks bang hé en hij pakt nen ijzeren staaf die hij bij zich had en hij veegt hem langs zijne kop af dat 't bloed eraf zeekte. Ja en toen was hij herkend hé. Als ge kost raken dan waren ze verloren. 'Nu zijt ge in ene keer geleerd' zei de baas 'gij zult 't wel laten.'
Onderwerp
SINSAG 0801 - Werwolf lässt sich tragen.   
SINSAG 0822 - Werwolf getroffen (geschlagen) nimmt wieder menschliche Gestalt an (und ist erlöst oder stirbt).   
Beschrijving
Bij T. werkte een knecht die zichzelf in een weerwolf kon veranderen. Op een avond sprong de knecht zijn baas in de nek. De boer was echter niet bang en sloeg de weerwolf met een ijzeren staaf tot bloedens toe. Toen de weerwolf zijn menselijke gedaante aannam, sprak de boer: "Zo, nu heb je je lesje wel geleerd, zeker!"
Bron
I. Kenens, Leuven, 1957
Commentaar
1.6 Weerwolven
limburgs (noord-west)
286
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Grote-Brogel