Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

JASPE0077_0077_11651

Een sage (mondeling), 1958

Hoofdtekst

Toe (= bij) mijn grootmoederrs ze vinden daar een keer een kind in de gote en ze pakten ’t mee en ze leien (= legden) ’t in ’t bedde en ze gaven ’t eten. Maar die venster stond open en in ene keer vliegt dat kind weg. “’k Heb je gehad, ‘k hèb je gehad” riep het. En ‘k heb dat zelf uit m’n grootmoeders mond gehoord, kijk z’is 96 jaar geworden.

Beschrijving

Een vrouw had een kind in de goot gevonden. Ze nam het kind mee naar binnen, gaf het te eten en legde het in een bed. Even later vloog het kind langs het open raam naar buiten met de woorden: "Ik heb je gehad, ik heb je gehad!" Het was de waternekker geweest.

Bron

J. Aspeslagh, Leuven, 1958

Commentaar

1.1 Watergeesten
west-vlaams (kamerlingsambacht)
Grootouders van de informant
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Stene    Stene