Hoofdtekst
Onze pere vertellegen dat ze in hun tijd de kleddens moesten dragen. En alle dagen kwam er hem enen in een kaseiken (voetpad) tegen. Maar hij liet onze pere toch altijd gerust hé. En als ik hem vroeg wat dat dat was, antwoordegen hij dat dat een koeievel was mee grote horens.
Beschrijving
Een man kwam op een voetpad altijd kledde tegen. Dat was iemand met een koeienvel met grote horens.
Bron
M. Van Der Linden, Leuven, 1964
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
oost-vlaams (denderstreek)
137
Vader van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Sint-Antelinks