Hoofdtekst
’s Morgens moest mijn moeder zaliger regelmatig naar Hasselt en dan moest de knecht de korven helpen dragen tot aan de steenweg en dan was het nog donker. En als die knecht terugkwam dan zei die altijd: "De katten zongen weer door de lucht." Mijn zuster Kato die had dat ook eens graag gehoord en die zei: "Als ge het nog eens hoort moet gij mij roepen." Maar juist als zij buitenkwam, dan was het altijd gedaan. Ze heeft het vanzeleven niet gehoord. Dat was de Tilkesjacht. Dat heeft mijn zuster mij dikwijls verteld.
Beschrijving
Wanneer zijn bazin in het donker naar Hasselt vertrok, moest de knecht de korven helpen dragen tot bij de steenweg. Op zijn weg naar huis, hoorde de knecht de katten in de lucht zingen. De dochter van de bazin wilde de Tilkesjacht ook eens horen, maar het geluid hield altijd op zodra ze buitenkwam.
Bron
A. Princen, Leuven, 1965
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (tussen hasselt en beringen)
93
Moeder van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Zolder   
Plaats van Handelen
Hasselt