Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

FVANH0277_0277_18132

Een sage (mondeling), 1967

Hoofdtekst

Bouckaert van Waregem was ‘ne keer in de winter naar de Wortegemse bossen gegaan en hij werd aangerand door twee boosdoeners en hij was zijn geld afgepakt. En dat was op ‘ne zaterdagnacht.En als hij thuiskwam, zegt ie tegen de maarte en tegen de domistieken en tegen zijn vrouwe: "Als-t-er iemand belt morgenuchtend", zegt ie, "ge moogt niet opendoen en niet gaan kijken", zegt ie, "ge moet ze daar laten staan aan de deure!"En de zondagnuchtend stonder er daar twee, platbarrevoets, in de winter, met ulder broek opgesloofd hé, en met ’t geld in ulder hand omhoge gesteken voor were te geven!En ’t is al dat ‘k er van wete.

Onderwerp

SINSAG 0750 - Andere Zauberei.    SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   

Beschrijving

Op een winterse zaterdagnacht werd een tovenaar in de bossen van Wortegem aangevallen door twee rovers die hem zijn geld afnamen. Bij zijn thuiskomst sprak de tovenaar tot zijn vrouw: "Als er morgenvroeg iemand belt, dan mag je niet opendoen. Laat de mensen daar maar bij de deur staan!" De volgende ochtend stonden bij het huis van de tovenaar twee mannen op blote voeten met opgerolde broekspijpen. De mannen kwamen het gestolen geld terugbrengen.

Bron

F. Van Houdenhove, Leuven, 1967

Commentaar

2.2 Tovenaars
west-vlaams (tussen schelde en leie)
432
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Desselgem    Desselgem   

Plaats van Handelen

Wortegem    Wortegem