RCELI0055_0056_476 - De alvermannekes van de Koelesberg

De auwelkes die hielpen de mensen. Voor wat eten en zo deden ze al. Als ze dan gegeten hadden, dan waren ze ook weer weg. Maar op een plaats was er 'ne boer die dacht: 'Die ga ik toch deze keer eens er bij krijgen.' En hij had leer gekookt, en daar soep van gemaakt. Dat leer dat was dan het vlees zogezegd. En de auwelkes begosten er aan te eten, en toen zegden ze: - die hadden af en toe zo al een stuk leer in hunne mond - 'Dè fitsjefatsj, waat maagtet toch waal zeen?' Dat was niet kapot te krijgen. 'Fitsjefatsj', zegden ze; dat was een klanknabootsing. Als ze daar op knauwelden dan gong dat fitsjefatsj.

SINSAG 0066 - Die zähe "fikkefak"    SINSAG 0066 - Die zähe "fikkefak"   

SINSAG 0063 - Die hilfsbereiten Zwerge arbeiten in der Nacht für die Menschen für Nahrungsmittel (Tabak, Geld)    SINSAG 0063 - Die hilfsbereiten Zwerge arbeiten in der Nacht für die Menschen für Nahrungsmittel (Tabak, Geld)   

In ruil voor voedsel deden de alvermannetjes het werk van de mensen. Op een dag had een boer voor de alvermannetjes soep met leren lappen gekookt. Toen de alvermannetjes begonnen te eten, zei er één: "Wat voor taai vlees is dit!"

R. Celis, Leuven, 1954

1.2 Aardgeesten

limburgs (bree en omstreken)

De alvermannekes van de Koelesberg: variant (Niel-bij-As)

fabulaat

Niel-bij-As    Niel-bij-As