Hoofdtekst
Me voader was schelfdekker (die strooien daken legt). Je gienkt ie e ki gon werken bie e boer Mattys-Schakens. Da was e Duutsche schaper. Je vertelde dat ie de zaterdagavend ip e schapebuk no Duutsland achter ze ves hemde goenk. En aat ie dust, je droenkt ie uut ze makke (herdersstaf met schupvormig uiteinde) en ton gienkt ie da de zundag gon betalen bie de cafébazinne van woa dat ie die pienten in ze makke getoverd hadde.
Onderwerp
SINSAG 0687 - Der sonderbare Schankwirt.   
Beschrijving
Een schelfdekker (1) was aan het werk op een boerderij waar een Duitse schaper verbleef. Iedere zaterdagavond vloog die schaapherder op een schapenbok naar Duitsland om een schoon hemd te halen. Wanneer de schaapherder dorst had, dronk hij uit zijn 'makke' (2). Op zondag ging hij de cafébazin dat bier betalen.
Bron
M.-R. Nijsters, Leuven, 1969
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (nw van houtland)
141.2
Vader van de informant
fabulaat
(1) schelfdekker: iemand die het strooien dak plaatst op een stroschelf
(2) makke: lange stok met schopvormig uiteinde. Een dergelijke stok werd gebruikt om aarde naar de hond te gooien om het dier aan te sporen.
(2) makke: lange stok met schopvormig uiteinde. Een dergelijke stok werd gebruikt om aarde naar de hond te gooien om het dier aan te sporen.
Naam Overig in Tekst
Duitse schaper   
Naam Locatie in Tekst
Zandvoorde   
Plaats van Handelen
Duitsland