Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

CDEWI0837_0837_32371

Een sage (mondeling), 1998-07-1 1998-07-1 (foutieve datum)

Hoofdtekst

I -En van een stalkaars kunt ge daarvan vertellen, een stalkaars?37 D -Ah ja, bah, dat was ook een fabeltje in den tijd, maar dat weet ik, dat deden wij ook, dat hebben wij nog als het avond was, donker avond een beet, wij zeggen een betterave, dat kent ge hé, uitgehold, en dan een gat of twee gelijk dat ge zei twee ogen en daar een kaars in en we gingen dat dan daar op de kerkmuur zetten en d’er waren er veel die schou waren van daar te passeren.II -Ah ja, ‘t kerkhof is errond.37 -Hier op die muur ze gingen dat erop zetten hé en de mensen die daar passeerden, d’er waren er die hun daar in ; allez ze waren er schou (bang) van, dat ze zeiden: “Het spookt daar.”II -Ze deden een omweg?37 -Ja, die daar passeerden toch, als ze thuns (dan) dichter gingen kijken, zagen ze dan dat het een betterave was die uitgehold was.

Beschrijving

Vroeger gingen de kinderen soms ’s avonds een uitgeholde biet met een kaars op de muur van de kerk zetten om voorbijgangers bang te maken. Mensen die dat lichtje zagen, geloofden dat het op die plaats spookte en maakten een omweg.

Bron

C. De Winne, Leuven, 1999

Commentaar

1.3 Vuurgeesten
oost-vlaams (groot-zottegem)
37D
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Godveerdegem    Godveerdegem