Hoofdtekst
Op een keer, het was zo rond Kerstmis. Toen was ik gaan repeteren op de oksaal in Beverst. Ik ging naar huis en van tijd tot tijd was het klaar en van tijd niet omdat daar af en toe een wolk voor de maan kwam. Ik had die kerstliedjes nog in mijn kop en ik kwam aan het huis waar een mens woonde, die ik heel goed gekend had, maar die al een heel tijdje gestorven was. Ze hadden daar café en een kegelbaan. Ineens zag ik die mens met een wit laken rond hem en zijn haren weerskanten van zijn kop hangen. Ik kende die mens heel goed, toen hij nog leefde. En niet dat ik een bangerik ben in de donker, maar ik liep toch al wat ik geven kon. Ik heb het nooit tegen een mens gezegd. Misschien heeft hem daar ene verkleed, maar ik kende die mens heel goed toen hij nog leefde en het was hem juist.
Onderwerp
SINSAG 0477 - Begegnung mit Geistern.   
Beschrijving
Een man die bij maneschijn terugkwam van Beverst, moest voorbij het huis van een vriend die een tijdje geleden was gestorven. Bij het huis stond een man die in een wit laken was gehuld. Omdat de verschijning sprekend op de gestorven vriend leek, haastte de dodelijk verschrikte man zich snel naar huis.
Bron
W. Achten, Leuven, 1971
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
midden-limburgs
b
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Diepenbeek   
Plaats van Handelen
Beverst