Hoofdtekst
... (die gracht) ligt hier in de grote heide en dat was een gracht zo hoog, maar nu is dat fel verdwenen hè, en ook met plaatsen met bebossing is dat weg hè en die was aangelegd om de wolven tegen te houden hè. En dan gebeurde dat dat daar toch wolven kwamen hè. En toen was er eens een man, die had zich een grote ton bezorgd hè en in die ton was hij gaan zitten hè en hij had geprobeerd de wolf met zijn staart te krijgen en die staart hield hij vast. En die wolf lopen en de ton met alles na tot in Zutendaal aan de kerk. Daar lag een dikke steen en daar botst hij tegenop en de wolf was weg en de ton was kapot.
Beschrijving
Aan de grenzen van Zutendaal had men een gracht gegraven om de wolven tegen te houden. Omdat er echter soms toch wolven in het dorp werden gesignaleerd, had een man zich in een ton bij de gracht verstopt. Toen er een wolf in de buurt kwam, greep de man het dier bij de staart. De wolf liep weg met de ton tot bij de kerk van Zutendaal. Daar botste de ton tegen een dikke steen. De wolf liep weg en de ton was stuk.
Bron
W. Achten, Leuven, 1971
Commentaar
6. Sagen - Sprookjes
midden-limburgs
a
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Zutendaal   
Plaats van Handelen
Zutendaal