Hoofdtekst
Ik had ne kameraad, hij had kennis gemaakt mee ene die hare man had laten zitten en hij had ne café opengedaan, en ik ging daar ne keer naartoe, maar ik en kendegen haar nog niet. “Gij en gaat vandaag toch niet aan, ge moet hier blijven.” Daarmee ik bleef. Maar hij was bij de “vrije massons” gekomen. Ik had mee twee verkeerd maar die ene, een zwarte looptegen achter mij voor mee haar willen voort te doen en d’andere laten te gaan. “Gij en gaat daarmee niet trouwen”, zei de vrouwe van diëne kameraad – dat was ook ene die dat deed – “’’t er is enen van ’t stad die achter de die zit”, zei ze. En alles is schoon afgelopen gelijk als ze ’t zei!
Beschrijving
Een man ging op bezoek bij een vriend die een relatie was begonnen met een vrouw die haar echtgenoot in de steek had gelaten. De vriend was ook bij de framassons gegaan. De vrouw van die vriend kon de toekomst van de man voorspellen.
Bron
M. Van Der Linden, Leuven, 1964
Commentaar
2.2 Tovenaars
oost-vlaams (denderstreek)
639
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Aspelare