Hoofdtekst
T’er zaten hier drie meiskes als er ne keer ne rondloper kwam; en ze waren mee hem aan ’t guichelen. “Zwijg, zegt hij tegen die ene, gij zult mee nen blonden trouwen, en ge zult vier kinderen hebben, en als ’t vierde zal geboren zijn, zulde sterven.” “Oh, zot”, zei ze, maar ’t viel uit hé: haar vierde kind was tien dagen oud als ze stierf. En tegen d’andere zei hij: “Gij en zult geen veertig jaar worden.” En ’t was ook waar. En bij de derde is ’t ook uitgevallen.
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
Drie meisjes waren met een leurder aan het spotten. Daarop riep de leurder: “Zwijg! Jij zal met een blonde trouwen en je zal vier kinderen krijgen. Als het vierde kind geboren zal zijn, zal je sterven”. Het meisje lachte met de voorspelling. Toen haar vierde kind tien dagen oud was, stierf ze. Tot een ander meisje had de leurder gezegd dat ze geen veertig jaar zou worden. Ook die voorspelling werd bewaarheid.
Bron
M. Van Der Linden, Leuven, 1964
Commentaar
2.2 Tovenaars
oost-vlaams (denderstreek)
631
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Appelterre-Eichem