Hoofdtekst
In Hoelbeek gonk ene mens 's mirres ('s morgens) jappelen (aardappelen) uitdoen. En ze kos nie in 't huis bo (waar) ze moest jappelen uitdoen. Dat deèkte (sic) (miauwde) maar van katten rondom haar. Zeker 50 allemaal rondom h'r. 'De heksen zijn al wakker', zei ze. En ze is moeten jowes (thuis) gaan. Ze was heel buiten haar verstand.
Onderwerp
SINSAG 0608 - Andere Begegnungen mit Hexentieren.
  
Beschrijving
Een vrouw die 's ochtends bij iemand aardappelen ging rooien, werd omringd door wel vijftig miauwende katten. "De heksen zijn ook al wakker", zei de vrouw.
Bron
W. Jackers, Leuven, 1958
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (bilzen)
406
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Eigenbilzen