Hoofdtekst
Ik heb nog gehoord van mensen die door het land gingen en die een grote wee (weide) tegenkwamen met een tuin (afsluiting), dus langs een wegeltje naar een wee, en als ze aan den tuin kwamen, dat ze niet er door kosten. Er zat daar entwat op de afschutting (afsluiting), dat was een nekker. Ze koten niet door de barriere passeren. Met voors te gaan en den toer te doen waren ze ervan af.
Beschrijving
Enkele mensen die door het veld wandelden, kwamen een grote weide met een tuin tegen. Toen de mensen dichterbij kwamen, geraakten ze niet binnen in de tuin omdat er een nekker op de omheining zat. Door een omweg te maken, raakten de mensen van die vreemde verschijning verlost.
Bron
K. Erard, Leuven, 1966
Commentaar
1.1 Watergeesten
west-vlaams (ieper)
4
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Brielen