Hoofdtekst
De heksen gingen da(n)sen en doa was ene zo curieus en die ging kieke. En dat was doa zo schoon muziek en gedaas(= gedans) en wei (= toen) ze gedaan hadden kwamen ze hem vragen wa-ter moes(t) hebben as beloning. En dat was ene met ene kroef (= bult) hein, en toen hebben ze die zijne kroef afgenomen. Mè in 't dörep was nog ene met ene kroef en die vroeg aan die: 'bo beste dene kroef kwaitgeroak ?' (= waar zijt ge uwe bult kwijtgeraakt) - 'Ja doa.' zei de man en he vertelde hem dat... En die ging ook . Wei de heksen gedaan hadden met da(n)sen, kwamen ze hem ook vragen wa-ter moes(t) hebben voor zijn beloning: 'ja ziet zje nie dat ich ene kroef heb' zei de man toen, hein! Toen hebben de heksen hem de kroef gegeven van den andere. 'We zullen oech (= U) de kroef geven wa den andere hiergelaten he(ef)t' zegden ze; toen had den äreme man twie krüf (= bulten).
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Een nieuwsgierige man met een bochel stond te kijken naar heksen die dansten op wondermooie muziek. Toen de dans afgelopen was, vroegen de heksen aan de bultenaar wat hij wilde hebben als beloning. De man werd door de heksen bevrijd van zijn bochel. In het dorp woonde echter nog een bultenaar. Toen die andere deze man zag, wilde hij zelf ook van zijn bochel verlost worden. Daarom ging die bultenaar ook naar de heksendans kijken. Na afloop van de dans kreeg de man echter geen beloning, maar een straf: hij kreeg de bochel van de eerste bultenaar erbij, zodat hij nu twee bochels had!
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (tongeren en omstreken)
568 (2)
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Diets-Heur