Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

RCALL0129_0130_13343 - Heks geeft toverring weg aan iemand

Een sage (mondeling), 1968

Hoofdtekst

Een arm wuveke en drie zeuns han biekans nieten te eten. Ze han hoeoren zeggen dat oet een ervan noa ’t vreemde gienk, ie binnekort gienk thus kommen met tiendust frank. Er gienk een weg en je keerde een bitje loater were met zien geld. Je kwam een oed wuveke tegen die een aalmoes vroeg. Je zei dat ne niet koste geven want dat ne geen kleingeld meeha, ollene tiendust frank. Je zei ertegen dat ne gienk logeren een bitje verder. Da wuveke zei: “Oe je kunt die dochter kontent stellen, krieg je nog tiendust frank erbie; anders zie je het kwiet”. Je gienk ne keer goan proberen, mo je koste ze niet kontent stellen en je was zien geld kwiet. Ze han nu were geen geld ne meer, en den twidden zeune gienk wok noa den vrimde; keerde were met zien tiendust frank. Zien broere had verteld wat dat ne tegengekommen had. Den twidden had gezorgd voe kleingeld. Je kwam wok da wuveke tegen en ’t vroeg wok een aalmoes. Je gaf ze ne stuver. Ze zei: “Oe je were doa goat logeren, goa je voaren liek den anderen”. En ze gaf hem nen rienk, je moste hem ip ziene derde vinger steken en iederen keer dat ne zei: “Dominus Vobiscum” gieng het een elle rekken. Je gienk er rap noa toe en koste die dochter groeotelijks kontent stellen. Je kreeg er nog tiendust frank bie.Den derden zeune wilde wok goan, mo ’t was mo nen hoolven (een halve = niet van de slimsten) en je mochte niet van de anderen.

Beschrijving

Een arme vrouw met drie zonen had gehoord dat als één van haar zonen weg zou gaan, hij een tijdje later terug zou keren met tienduizend Belgische frank. De zoon ging weg en kwam na een tijd terug met het geld. Onderweg kwam de zoon een vrouwtje tegen, die om een aalmoes vroeg. "Ik heb geen kleingeld", zei de zoon,"enkel tienduizend frank. Ik ga logeren in een huis wat verderop". Daarop zei de bedelares: "Als je de dochter die daar woont, tevreden kunt stellen, dan zal je nog eens tienduizend frank krijgen. Anders zal je het geld dat je nu hebt, kwijtraken". De jongeman waagde zijn kans, maar raakte al zijn geld kwijt. Toen hij thuiskwam, vertelde hij wat hem was overkomen. Een tijdje later werd de tweede zoon er op uit gestuurd. Hij was verstandig genoeg om wel kleingeld mee te nemen. Op de terugweg gaf de jongen een stuiver aan de bedelares, die sprak: "Als jij ook daar gaat logeren, dan zal jou hetzelfde overkomen als je broer". De jongen kreeg van de bedelares een ring, die hij aan zijn wijsvinger moest dragen. Telkens wanneer hij zei: "Dominus vobiscom", rekte de ring een el (1). De jongen liep naar het huis en slaagde erin de dochter tevreden te stellen, waardoor hij nog tienduizend frank extra kreeg. Toen de jongen thuiskwam, was iedereen blij om de verworven rijkdom. De derde zoon wilde er ook op uit trekken, maar hij mocht niet omdat hij niet van de slimsten was.

Bron

R. Callens, Leuven, 1968

Commentaar

6. Sagen - Sprookjes
west-vlaams (tielt en izegem)
289
fabulaat
(1) el: oude lengtemaat

Naam Overig in Tekst

Dominus vobiscum    Dominus vobiscum   

Naam Locatie in Tekst

Meulebeke    Meulebeke