Hoofdtekst
Ja, ‘k heb nog gehoord van Duitsche schapers, dat waren halve zwarte, met een langen baard. Die deien de menschen geen kwaad wè! Ik heb ze zelve nooit gekend, maar ‘k heb ervan gehoord. Ze kwamen zieder van Duitsland en ze gingen van d’ene hofstee naar d’ander en ze gingen met nulder troep schapen. Ze waren overals welgekomen. En z’hadden de name van aardige toeren te kunnen.
Beschrijving
Duitse schapers deden de mensen nooit kwaad. Ze kwamen van Duitsland en trokken met hun schapen van de ene boerderij naar de andere. Die schaapherders uit Duitsland zag men overal graag komen.
Bron
A.-M. Devynck, Leuven, 1965
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (franse grens)
374
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Duitse schaper   
Naam Locatie in Tekst
Roesbrugge