Hoofdtekst
X: Eh… heb je nog horen vertellen over de nekker, de nekker?20: De nekker?X: Ja.20: Nee.X: Je weet niet wat dat is?20: Ik heb dat soms horen vertellen, maar ik weet niet wat dat is.X: Je hebt het nog horen zeggen?20: Ja.X: Thuis, vroeger misschien?20: Ja. "De nekker zal komen" of "de nekker", vooral bij kinderen. Ze hadden toen een slechte gewoonte, ze maakten de kinderen bang.X: Ja.20: (onverstaanbaar). Ze doen dat nu niet meer hé.X: Nee.20: (onverstaanbaar)Ja, ze zeiden: "De nekker zal komen" of zoiets. Ja, als ze een rare schreeuw hoorden of zoiets, het was de nekker.
Beschrijving
Vroeger vertelde men de kinderen verhalen over de nekker om hen bang te maken.
Bron
M. Sohier, Leuven, 1982
Commentaar
1.1 Watergeesten
west-vlaams (poperinge)
20C
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Nekker   
Naam Locatie in Tekst
Poperinge