Hoofdtekst
Mijn broere ging ne keer op nen avond gaan scherpen. D’r was altijd maar een katte rond hem. Dat begoste op zijn zenuwen te werken. Hij gaf ze ne schop en d’r zaten ton wel vijftig katten rond hem. Hij viel op zijn knieën en maakte zijn kruise. Alles was met de slag weg. Dat moet een toveresse geweest hebben zeker?
Onderwerp
SINSAG 0604 - Die vermehrten Katzen
  
Beschrijving
Een man die op een avond molenstenen aan het slijpen was, werd de heel tijd gehinderd door een kat. Toen de man de kat schopte, zaten er plots wel vijftig katten rond hem. De man ging op zijn knieën zitten en maakte een kruisteken. Daarop waren alle katten verdwenen. Dat moet het werk van een toveres zijn geweest.
Bron
W. Van Houcke, Leuven, 1970
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (houtland)
437
Broer van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Bekegem