Hoofdtekst
Een dwaoslicht da zaagt ge in e broek. Da was e lichteke, da kwam dao omhoêg en bewoog heen en weer. Da was gewoênlijk moê turf zat.
Beschrijving
Dwaallichtjes zag men vooral in de buurt van een broek waar veel turf in de bodem zat. Het waren lichtjes die opstegen en heen en weer bewogen.
Bron
C. Ooms, Leuven, 1968
Commentaar
1.3 Vuurgeesten
limburgs (beringen en omstreken)
32
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Lummen