Hoofdtekst
Op foto's heb ik gezien en ik heb horen vertellen - van een pater heb ik horen vertellen - dat ze daar in een zaal bijeen waren ook voor een onderzoek te houden krek gelijk gij nu. En dat was een vrouwmens die ging met de duivel om, een waarzegster. Dat hebt ge toch nu nog, waarzegsters en zo. Awel en dat was een en die ging dan met de duivel om en die deed dan waarzeggingen en dat kwam uit hè. En daar was dan toch een pater en die wou dan daar het fijne eens van weten, wat daar van was. De mensen hadden hem dat verteld hè en die ging dan mee met hen een aanvraag doen met een man of drie vier. Ze waren toen met zessen, zei hij. 'We waren met zessen', zei die pater. En ze gingen daar binnen, ja dat was dan veel met draperies en alles afhangen maar het was donker, donker. En daar zat dan dat vouwmens en daar was dan schemerlicht zo en dat zat daar aan een tafel hè. En dan kwamen die aanvragen wat noden dat de mensen hadden aan dat vrouwmens hè. Ja goed en dan deed die de duivel komen en dan voorspelde ze alles. En die pater die zegt: 'Dat vrouwmens legt zich zo met de kop op tafel, ze moest dan in slaap vallen hè en als ze dan wakker werd, dan was ze van de duivel bezeten. En doorgedaan, doorgedaan en toen zei dat vrouwmens... Maar dat was op een keer, toen begonnen de draperies - dat waaide en dat sloeg - de stoelen gingen van hun plaats, de tafel waar dat vrouwmens aanzat schoof weg, dat was schrikwekkend! En die draperies, dat waaide daar gelijk een storm en dat vrouwmens dat werd toen wakker en toen zei het alsdat satan die kwam niet omdat daar ene onder was, die niet gewenst was: dat was die pater. Dat vertelde mij die pater zelf.
Beschrijving
Een pater ging samen met vijf anderen op bezoek bij een waarzegster over wie men hem had verteld dat ze met de duivel omging. Toen de mensen hun vragen aan de waarzegster hadden gesteld, legde deze zich met het hoofd op de tafel. De waarzegster moest eerst bezeten raken door de duivel, en pas daarna kon ze de toekomst van de mensen voorspellen. De gordijnen begonnen heen en weer te waaien en de tafels en stoelen bewogen vanzelf. Toen de waarzegster haar ogen opende, zei ze: "Satan kan niet komen, want iemand die hier aanwezig is, is ongewenst". Dat was de pater.
Bron
W. Achten, Leuven, 1971
Commentaar
3.1 Duivels
midden-limburgs
u
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Zutendaal