WVANH0165_0165_17265 - Als de karn betoverd is: er een koetaart in werpen of een beetje zout.

De keern koste betoverd zijn deur d’ene of d’andere. Ge kreegt geen boter. Ge mochte doen wat dat ge wilde. Wieder hebben zo ne keer de raad gekregen van Brakeveld van d’er ne koeistrond in te smijten. Den dezen veranderde in boter. Omdat ze de keern niet zouden betoveren smeten wieder daar altijd een beetje zout in, ton kosten ze geen kwaad daaraan doen.

Als de melk betoverd was, kon men geen boter meer maken. Een boer die geen boter meer kon karnen, kreeg van iemand de raad om wat koeienmest in het botervat te doen. De mest veranderde in boter.
Opdat hun melk niet betoverd zou worden, strooiden heel wat mensen er enkele korrels zout in.

W. Van Houcke, Leuven, 1970

2.1 Heksen

west-vlaams (houtland)

382

fabulaat

Veldegem    Veldegem