Hoofdtekst
Beschrijving
Een man ging op een avond zijn vriendin naar huis brengen. Toen ze daar aankwamen, zei de moeder van het meisje: "Dat je met zo'n weer nog op straat komt!" Omdat het goed weer was, dacht de man dat de vrouw gek was en lachte. Toen hij terug naar huis ring, begon het echter hevig te waaien en leek het wel alsof hij door water ging. De man moest tot 's ochtends stappen om thuis te geraken. Hij vertrouwde zijn toekomstige schoonfamilie echter niet meer en gaf het meisje de bons.
Bron
J. Van Hout, Leuven, 1962
Commentaar
2.1 Heksen
antwerps (geel, gierle, kasterlee, lichtaart,...)
338
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Tielen