Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

WJACK0406_0406_6058 - Het garen van de vrouw breekt af en de klok verzinkt

Een sage (mondeling), 1958

Hoofdtekst

Do was eens een vrouw in 't Waterbroek die hoedde do met de kie (koeien) en toen zag ze in ene keer een kluwen blauw garen op haren schoot en zo begos ze het garen maar op te draaien en te draaien tot ze moe tevan werd. En toen brak ze 't (de draad) af. Ze kos 't nie meer in haar handen houden. En ze hoorde ene slag en dat was een klok die door de grond afviel. Ze zag de klok niet maar ze hoorde ze vallen. En Allerheiligen luidde die klok 's nachts om twaalf uren.

Onderwerp

SINSAG 0980 - Der Glockenpfuhl.    SINSAG 0980 - Der Glockenpfuhl.   

Beschrijving

Een vrouw die in het Waterbroeck de koeien aan het hoeden was, ontdekte toevallig een kluwen blauw garen. De vrouw bleef aan de draad trekken tot die brak. Op dat ogenblik hoorde ze een klok vallen. Met Allerheiligen luidde die klok altijd om middernacht.

Bron

W. Jackers, Leuven, 1958

Commentaar

3.1 Duivels
limburgs (bilzen)
564
fabulaat

Naam Overig in Tekst

Allerheiligen    Allerheiligen   

Naam Locatie in Tekst

Kleine-Spouwen    Kleine-Spouwen   

Plaats van Handelen

Waterbroeck (Tongeren)    Waterbroeck (Tongeren)