Hoofdtekst
On de vissers moe woaren van te werken en oververmoeid, woaren ze van de moare bereên. Da’s eigenlik ’n valse droom. Ze zweetten en ze werkten. De paster zei da ’t beste middel was de name twi keren te roepen. Je kost ook je kloefen nie averrechts zetten, ton kost de moare nie kommen.
Onderwerp
SINSAG 0291 - Mensch von Mahr beritten   
Beschrijving
Wanneer de vissers oververmoeid waren, geloofden ze dat ze door de maar werden bereden. In werkelijkheid was het gewoon een kwade droom. Wanneer men zijn klompen omgekeerd naast het bed zetten, was men beschermd tegen de maar. De pastoor beweerde dat men de naam van de slapende tweemaal moest roepen als men de maar wilde verjagen.
Bron
C. Dewaele, Leuven, 1967
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
west-vlaams (oostkust)
141
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Heist