Hoofdtekst
Als de mensen ulden ne keern niet afkregen, gingen ze naar de geestelijken voor dat te belezen. Dat was klassiek. ’t Was zogezegd omdat d’ene of d’andere d’r rondgespookt had.
Beschrijving
Als de mensen geen boter konden karnen, lieten ze de melk overlezen door een geestelijke. Men geloofde immers dat iemand de melk had betoverd.
Bron
W. Van Houcke, Leuven, 1970
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (houtland)
390
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Aartrijke