Hoofdtekst
Dat is hier aan den Hoogmolen gebeurd; ’t was in de zomer en ’t was echt stikheet. En de mensen waren op ’t land aan ’t pikken. En ’t komt daar ‘nen Duitse Schaper af en hij begoste wat te klappen met die mensen: "’t Is warm hé." – "Ja’t", zeggen ze, "’t is veel te warme om te werken!" – "Ja’t", zegt de Schaper, "schei maar uit met werken, ‘k ga wel maken dat ’t in orde is", zegt ie, "maar ge moogt niet opkijken!"En zilder allemale aan ’t slapen! En der was één die niet sliep, en hij keek ’n beetje door zijn oogskes, en hij zag daar rode taupkens aan ’t pikken en aan ’t pikken dat ‘t ’n plezier was om te zien. En hij rechtte hem entwadde om beter te zien, maar op ’t zelfste moment waren ze weg! Maar der was toch ’n hele pwoote (handvol) werk gedaan, en had hij niet opgekeken, ’t ging allemale gedaan zijn!
Beschrijving
Op een boerderij bij de Hoogmolen waren de mensen bij snikheet weer op het veld aan het werk. Op zeker ogenblik kwam er een Duitse schaper voorbij, die zei: "Stop maar met werken. Ik zal wel zorgen dat alles in orde komt, maar jullie mogen niet kijken!" De knechten gingen allemaal op de grond liggen en vielen in slaap. Eén van hen sliep echter niet en keek stiekem naar wat er gebeurde. Hij zag allemaal rode mutsjes die aan het dorsen waren. Toen de man rechtop ging zitten om beter te kunnen zien, waren de mutsjes plots verdwenen. Een groot deel van het werk was echter wel gedaan.
Bron
F. Van Houdenhove, Leuven, 1967
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (tussen schelde en leie)
486
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Hoogmolen (Heestert)   
Naam Locatie in Tekst
Heestert   
Plaats van Handelen
Heestert