Hoofdtekst
‘k Heb nog horen zeggen hoe dat dat gaat: ’t staat daar ’n doodkiste en dat ligt vol met benen, ha ja, van dode mensen zeker. En ze moeten ulder daarin leggen die vrijmetselaars, als ze aangenomen zijn van de sociëteit. Ze moeten ulder in die doodkiste leggen, ulder één broekspijpe opsloven en ulder’ne enen arme bloot doen. En ze zijn toen opgenomen: ze krijgen toen ’n bewijs in vergulde letters van den duivel.
Beschrijving
Wie lid wilde worden van de vrijmetselaars, moest met één opgerolde broekspijp en één opgerolde mouw in een doodskist met beenderen gaan liggen. Na hun toetreding tot de loge, kregen de vrijmetselaars van de duivel een certificaat met vergulde letters.
Bron
F. Van Houdenhove, Leuven, 1967
Commentaar
3.2 Vrijmetselaars
west-vlaams (tussen schelde en leie)
605
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Tiegem