Hoofdtekst
Beschrijving
Een man kwam ’s avonds samen met enkele vrienden door het veld naar huis. Plots zeiden de vrienden van de man: “Kijk daar eens, een dwaallicht!” Het licht was de weerkaatsing van het maanlicht op een ploeg die in het veld stond. De man was niet bang, maar zijn vrienden liepen allemaal weg.
Toen de man op een avond terugkwam van Landen, werd hij omringd door katten.
Als men onderweg was, kon men best niet achteromkijken, want dan belandde men op een onbekende plaats waar men zich niet meer kon oriënteren.
Toen de man op een avond terugkwam van Landen, werd hij omringd door katten.
Als men onderweg was, kon men best niet achteromkijken, want dan belandde men op een onbekende plaats waar men zich niet meer kon oriënteren.
Bron
D. Herbots, Leuven, 1974
Commentaar
1.3 Vuurgeesten
brabants (oosten)
137C
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Attenhoven   
Plaats van Handelen
Landen