Hoofdtekst
Zoon van heks vindt schop niet meer. Noveen, en schop is terug. Bedreiging van heks. Bakel is bang. Boeken afgenomen maar heks heeft nog macht.Ja, maar hier is toch een overgegeven zulle, die ik daar tegenkwam. Die zoon die komt naar huis. Hij zet zijn schup tegen een boom. Hij blijft staan klappen. Hij gaat voort naar huis. Hij zet zijn schup tegen een boom. 's Anderendaags, we waren met twee aan 't koren binnen doen, toen zei ik tegen haar: "Fien, mag ik uw kruiwagen eens gebruiken?" Toen had ik die kruiwagen gebruikt. "Maar nu zijn ik toch wat tegengekomen, zei ze. Ja, onze Marcel, gisteren, die heeft zijn kolenschup naar huis gebracht. Nu is die nievers te vinden. Ik ging een noveen doen – een noveen, dat is toch bidden, dacht ik – maar als ze gestolen is…, als het een vent is: ene met de apostelen; als het een wijf is: ze zal der kinderen goed ter wereld brengen maar ze zal in der vuiligheid versmachten. Nu heb ik mijn schup terug."Dat wijf was in de kraam. Die bakel dat was een los wijf, kapabel. Die gaat op der gemakske door 't Goorke. "Maar wat is dat nu?" zei ze. Ze zag daar iemand. Nu ging ze die voorbij. Die had een wit laken over dere schouder. Die ging over 't spoor. Zij ook over 't spoor. "Wel, wel, dat is nu Fien". Ze ging naar huis. Ze vertelt dat tegen dere vent. 's Anderendaags moest ze naar 't gemeentehuis komen. Ze had daarachter geluisterd. Nu was ze daarachter. Ze had met een ander bakel geklapt. (Dat zijn vrienden en geen vrienden hè.) "Sè, als ge nu nog een kind koopt, nu gaan ik niet meer. Ik heb Fien al drie keren tegengekomen", had ze gezeid.Die boeken hebben ze hier komen halen. Ze hebben daarachter gezeten tot ze die hadden, die mannen van de gemeente. Die moesten ze naar 't klooster doen. Maar die kost nog perten zolle.
Beschrijving
Een man had zijn schop op zijn weg naar huis even tegen een boom gezet. Nadat hij met vrienden had staan praten, ging hij naar huis. Bij zijn thuiskomst vond hij zijn schop niet meer. De moeder van de man deed een noveen, waarna de schop weer opdook. Een vroedvrouw die die moeder al driemaal was tegengekomen, werd bang. De moeder bezat boeken. De mensen van de gemeente zijn die boeken uiteindelijk komen halen om ze naar het klooster te brengen. Maar de heks kon nog steeds toveren.
Bron
B. Van Grieken, Leuven, 1965
Commentaar
2.1 Heksen
antwerps (westerlo en omgeving)
358
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Westerlo