Hoofdtekst
De mensen van Nieuwpoort vertellen het volgende over de Duivelstoren. Op een avond zat er een visser van Santhoofd te treuren aan ’t strand. Hij was zo spijtig omdat ze in z’n dorp geen kerk ’n hadden en z’hadden geen geld voor een te laten bouwen. In ene keer kwamter uit de golven een zwartgeklede vent, en je zei datten de duivel was maar datten geen kwaad en wilde. Je stelde voor een kerke te bouwen asten ton (als hij dan) in de plekke z’n ziele wilde verkopen. Die visser was ’t akkoord. ’s Anderendaags kwam de duivel were, voor z’n werk te laten bekijken. De kerke stond er, maar ’t er stond geen kruis op de torre (toren). En die visser peisde d’r in ene keer op dat de duivel geen kruis ’n koste maken. Je krijgt m’n ziele niet, zeiten, die kerke is niet af, waar is ’t kruis? De duivel vloekte van kolère. En je riep al d’andere duivels ’t hope (samen) voor dat gebouw were kapot te maken. De kerke was al kapot en ze gingen juiste aan de torre beginnen, maar Onze Vrouwe is ter tussengekomen en z’heeft die duivels al (allemaal) weggejaagd. En azo, zeggen ze, komt het dat dat stuk van die toren daar nu nog staat.
Beschrijving
Op een avond zat op het strand van Nieuwpoort een visser te treuren. De visser was bedroefd omdat men in het dorp geen geld had om een kerk te laten bouwen. Opeens kwam er een man uit de golven, die helemaal in het zwart was gekleed. De heer zei dat hij de duivel was, maar voegde er aan toe dat hij geen kwade bedoelingen had. De duivel bood aan om een kerk te bouwen in ruil voor de ziel van de man. De visser stemde in met het voorstel en verkocht zijn ziel. Toen de duivel de volgende dag het resultaat van zijn werk kwam bewonderen, zei de visser: "Je krijgt mijn ziel niet, want er staat geen kruis op de toren. De kerk is niet af!" De duivel vloekte en liet alle andere duiveltjes komen om de kerk weer te vernielen. Net vóór ze aan de vernietiging van de toren wilden beginnen, verscheen Onze Lieve Vrouw en jaagde de duivels weg. Later kon men in Nieuwpoort nog steeds het stuk van die kerktoren zien staan.
Bron
J. Aspeslagh, Leuven, 1958
Commentaar
3.1 Duivels
west-vlaams (kamerlingsambacht)
290
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Duivelstoren (Nieuwpoort)   
Naam Locatie in Tekst
Nieuwpoort   
Plaats van Handelen
Nieuwpoort