Hoofdtekst
Over den ijzerweg (= spoorweg), aan den andere kant, as zje op Henis gaat, doa stond e spookhuis; de man wa t' rin woonde, hiet (= heette) 'Hang Jozef', die ging met ter duvel om. In wintertijd gingen de jongen(s) doa allemaal meteen zitten, die kon farcen vertellen en zo. Hij kon ook klokken (= uurwerken) maken, hij he(ef)t eens een van stro gemaak(t), en ze ging! De jongen(s) zaten doa ook eens allemaal met de kaart(en) te spelen en in ene keer gaat de deur open en doa kwam niks as kwakfrös (= kikvorsen) in 'kwak, kwak...' zeker wel doezend! en zo gingen ze rond de huis (= huiskamer) en niemand dors(t) niks zeggen. Nog ene keer, toen kwamen eens vijfhonderd heren met een buus (= hoge hoed) en ene zwelverstat (= zwaluwstaart) en ze gingen ook rond de tafel en dan waren ze weer uit en de deur ging van alleen toe. - 'Hee dat geziend?' (= hebt ge dat gezien?) vroegen ze hem toen; hij was aan 't lezen. - 'Nein' zeiter. - 'Doa waren niks as heren binnes, en die gingen zo rond!' Hij had niks gezien. 'En lesses (= daarvoor) waren doa niks as kwakfrös!' zei ze toen. Mè toen had er ook niks gezien, zeiter zo. 't Waren allemaal duvele wa binnegestoten kwamen.
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
Hang Jozef woonde bij de spoorweg in de buurt van Henis. Die man kon toveren omdat hij met de duivel omging. Zo kon Hang Jozef bijvoorbeeld horloges maken uit stro. Hij kon ook kikvorsen toveren en de dieren even later laten veranderen in heren met hoge hoeden.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
2.2 Tovenaars
limburgs (tongeren en omstreken)
909
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Hang Jozef   
Naam Locatie in Tekst
's Heerenelderen   
Plaats van Handelen
Henis