Hoofdtekst
X En van spoken en zo, spookverhalen, heb je daar nooit van gehoord? 32.11 Spoken! Hier op de muur van het kerkhof, daar wandelden alle nachten een spook. En alleman had bang om daar door te gaan hé. En hij had dan een wit beddelaken over zich hangen hé. En nu (lacht), nu was er ene die voor niets bang had. "O, een spook", zei die, "wacht maar." En die ’s avonds op het uur dat het spook daar aan het wandelen was. Hij nam een stok mee.X Wablieft?32.11 Een stomp waar ze prikkeldraad aan vastmaakten of zoiets, zo een stomp nam hij mee hé. En hij langs de muur van het kerkhof op hé. Ze dachten dat het een spook was, ene die gestorven was en die terug kwam spoken hé. Godverdomme, die daarop af met zijn stomp. En het spook kwam weer op de muur wandelen. En zodra het spook aan hem kwam, pakte die zijn stomp. En hij sloeg ‘m op zijn klooten hé, van de muur af (lacht). Het spook had zijn poten (benen) over hé en toen wisten ze wie het was. Toen was het Nol hé, Nol van het kerkhof (Nol Volders).
Beschrijving
Over de muur van het kerkhof wandelde iedere nacht een grapjas met een wit laken om zich heen. De mensen geloofden dat de verschijning een teruggekeerde dode was. Op een avond trok een dappere man met een stok naar het kerkhof. De man sloeg het spook van de muur, waardoor de grapjas zijn beide benen brak en ontmaskerd werd.
Bron
E. Meeus, Leuven, 1985
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (tongeren)
32.11
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Tongeren