Hoofdtekst
Als ik ne kleinen kadee was hé, we wonigen te Heldergem en zé aan de venster ons komen benaat (bang) maken mee een zwart vel aan, en mee azo een lange rode tonge en lawaait maken! Dat waren de Kleddens. En ’t er en was geen ene mens die ’s avonds nog dorst buitenkomen. En ge moest diëne vent dragen. Ja, dat heeft bestaan zelle!
Onderwerp
SINSAG 0252 - Plagegeist lässt sich tragen   
Beschrijving
In een huis in Heldergem zagen de mensen soms grapjassen met een zwart vel en een lange rode tong lawaai makken. Dat waren de Kleddens. Niemand durfde ’s avonds nog buiten te komen uit angst dat hij Kledde zou moeten dragen.
Bron
M. Van Der Linden, Leuven, 1964
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
oost-vlaams (denderstreek)
141
Kindertijd van de informant
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Nederhasselt   
Plaats van Handelen
Heldergem