Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

FVANH0330_0330_18217

Een sage (mondeling), 1967

Hoofdtekst

Mijn zuster – z’is nu dood, z’is nu dood – maar als ‘t ’n kind was, wat ’t zo goed of blind.Zo, mijn moeder gaat naar de paster met dat kind en, zegt de paster: "Ewel, wat is-t-er?" – "Bah, Mijnheer de paster, als ‘k moet zeggen lijk dat ’t is", zegt ze, "’t is betoverd!" – "Oh", zegt de paster, "ge zijt gij ’n ongelovig vrouwmens als ge dat peinst dat ze betoverd is." (Ze moeten zij daar niet van weten hé, de pasters). "’t Is gelijk", zegt ze, "’t mag alzo zijn of anders, ’t is betoverd!" – "Allé, zet u daar", zegt ie, "’k ga’n gebed lezen." En hij las en mijn zuster verbeterde. En als ze van de pastorie kwam, kwam ze daar ’n tovermete tegen en ze zegt tegen mijn moeder: "Hebt ge naar de paster geweest??" – "Ja’k", zegt ze, "en ge kunt ’t rieken (= ge kunt uw plan trekken)!" En mijn zuster is alzo verbeterd.Ja, de pasters kunnen genezen, maar ze willen er niet van weten, verstaat ge?

Onderwerp

SINSAG 0750 - Andere Zauberei.    SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   

Beschrijving

Een moeder ging naar de pastoor met haar kind dat bijna volledig blind was. Toen de vrouw beweerde dat haar dochtertje betoverd was, sprak de pastoor tot haar: "Als je dat gelooft, dan ben je een ongelovige vrouw!" De pastoor las een gebed, waarna de vrouw weer naar huis ging. Onderweg kwam ze een tovenares tegen, die vroeg of ze naar de pastoor was geweest. Daarop antwoordde de moeder: "Ja, en jij kan je plan trekken!" Een tijdje later is het dochtertje genezen.
Pastoors konden zieken genezen, maar ze wilden er niet over praten.

Bron

F. Van Houdenhove, Leuven, 1967

Commentaar

2.2 Tovenaars
west-vlaams (tussen schelde en leie)
517
Zus van de informant
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Tiegem    Tiegem