Hoofdtekst
Toveressen dat zijner die macht hebben over etwien, en dat heeft serieus bestaan wè. Waar dat ik wrochte, z’hadden daar een kind die niet anders en dee dan krijschen (wenen). En ze gingen daar dienen. En als ze aan de bariere kwamen ’t zat daar een zwarte katte op een muur, en dat was die toverheks. En ze gingen gaan dienen en de paters zeien: “Al ’t gene dat ze geeft je moet ’t smijten in de stove”. En ze kwam en ’t kind hadde een tute (fopspeen) en ze deien ’t zeere deruit, en ze heeft dan niets meer kunnen doen.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Toveressen waren vrouwen die macht hadden over iemand.
Mensen wiens kind de hele dag huilde, gingen op bedevaart. Bij hun aankomst zagen de mensen een zwarte kat op een muur zitten. Dat was de toverheks. De paters gaven de mensen de raad om alles wat de heks aan het kind gaf, in de kachel te gooien. Toen het kind een fopspeen kreeg, gooide de moeder die dan ook in het vuur. Daarna heeft de heks het kind geen kwaad meer kunnen doen.
Mensen wiens kind de hele dag huilde, gingen op bedevaart. Bij hun aankomst zagen de mensen een zwarte kat op een muur zitten. Dat was de toverheks. De paters gaven de mensen de raad om alles wat de heks aan het kind gaf, in de kachel te gooien. Toen het kind een fopspeen kreeg, gooide de moeder die dan ook in het vuur. Daarna heeft de heks het kind geen kwaad meer kunnen doen.
Bron
A.-M. Devynck, Leuven, 1965
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (franse grens)
222
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Houtkerke