Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

RCELI0136_0137_616 - Meisje door pastoor van kwade hand verlost

Een sage (mondeling), 1954

Hoofdtekst

Dat heeft mij 'ne mens verteld die vijf keiner had. Daar was een meisje van een jaar of tien, en dat was aan 't teruggaan, dat kwèèlde. Het was van de kwaai hand geraakt. Ze gongen naar de geestelijke en dat verteld: 'Ja, als ge dat denkt, dan zal ik eens komen. Als het zou zijn... het zal wel bijgeloof zijn.' En 's anderendaags kwam hij af. 'Nu moet ge mij vast beloven', zei hij, 'van al te doen wat ik zeg.' En ze moesten in 'ne ring rond de kamer gaan zitten. Ondertussen las hij in zijn brevier. 'En nu moogt ge nooit opstaan', zei hij, 'wat er ook gebeurt.' Goed, ze zouden dat doen. Hij begos in zijn brevier te lezen en overhèèr ... Boem... Boem... Boem... Boem op die deur. De vader wou d'rekt op om te gaan kijken wat dat was, maar de pastoor zei: 'Halt, ge hebt mij beloofd van stil te zitten, en dan moet ge dat ook doen.' Maar die mens kookte op den heerd van gift. Toen vroeg de pastoor naar een palmtakske. Ze bleven zitten en toen den tweede keer, nog eens... menes op die deur. En hij wou weer de buiten in springen. 'Halt', zei de pastoor, 'ge moogt u niet opwinden, het zal wel op 'ne goeie komen.' En toen deed hij de voorste deur open, en maakte een kruis voor de deur. 'Nu kom maar buiten', zei hij, 'nu is het weg.' Daarna is het meisje zich aan 't schikken gegangen, en het is een vrouw geworden wie 'ne boom.

Onderwerp

SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste    SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   

Beschrijving

Een man met vijf kinderen had een tienjarig dochtertje dat door de kwade hand was aangeraakt. Omdat het meisje maar niet genas, lieten de ouders de pastoor komen. De pastoor wilde dat iedereen in een kring ging zitten terwijl hij zijn gebeden opzegde. Niemand mocht opstaan zolang de pastoor daarvoor geen toestemming had gegeven. Terwijl de geestelijke zat te bidden, werd er tweemaal op de deur geklopt. De vader wilde telkens opstaan en de deur openmaken, maar dat mocht hij niet. Toen er voor de derde keer werd aangeklopt, deed de pastoor zelf de deur open en zei: "Kom nu maar buiten, want nu is het weg." Sinds die dag verbeterde de gezondheidstoestand van het meisje zienderogen.

Bron

R. Celis, Leuven, 1954

Commentaar

2.1 Heksen
limburgs (bree en omstreken)
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Neeroeteren    Neeroeteren