Hoofdtekst
Nen beenhouwer van Harelbeke koste geen goed gekapt (gehakt) ne meer moaken, de minsen brochten het ollemolle were. Je zat er geweldig mee in en je gienk noa de poaters. Ze zeien dat ne een medalje moste oender de zulle steken en dat er een bepoald vromins ne meer over de zulle gienk kommen. Zijn gekapt was nu were goed. Je verkocht were vele. Er was ene van zijn kliënten die nie meer kwam.
Beschrijving
Een beenhouwer slaagde er niet meer in om behoorlijk gehakt te maken. Alle klanten brachten het vlees terug. Omdat de beenhouwer ten einde raad was, ging hij naar de paters, van wie hij een medaile kreeg om onder de dorpel te steken. Daarna was het gehakt weer goed. Eén vrouw kon de winkel van de beenhouwer niet meer binnen.
Bron
R. Callens, Leuven, 1968
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (tielt en izegem)
305
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Sint-Baafs-Vijve