Hoofdtekst
Iemand van Valmeer vrijde met een meisje. De mensen zegden dat ze een heks woor. Hij wou eens gaan kijken of dat toch wel waar woor. Ze sliep aan zo een vensterke en er (hij) riep erop, maar er hoorde niets en toen zag er naast dat huis een kat lopen. Do stonden boonstaken en do liep ze door. Toen hij terugging kijken zei ze: 'Ai, ai, nu was ik juist vast in slaap en ze wreef in haar gezicht.' Maar ze deed maar alsof ze in slaap was. En hij heeft ze nooit meer bekeken.
Onderwerp
SINSAG 0594 - Verwandlung von Hexentier in Frau erspäht.
  
Beschrijving
Een man uit Valmeer had horen vertellen dat zijn vriendin een heks was. Omdat de man wilde weten of dat waar was, ging hij zijn vriendin opzoeken. Toen de man op het raam van de slaapkamer van het meisje tikte, kwam er geen antwoord. Wat verderop zag de man tussen de bonenstaken een kat lopen. Even later ging de man terug naar het raam, waar zijn vriendin verscheen en zei: "Nu was ik net in een diepe slaap". De man geloofde haar echter niet en wilde het meisje nooit meer zien.
Bron
W. Jackers, Leuven, 1958
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (bilzen)
391
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Hees   
Plaats van Handelen
Valmeer