Hoofdtekst
Nów, 't moot gezag, vreuger waoren de luj veul schówer. Zoë waor nog ins eine, dèi ging veur z'n eigen op de löüp!PK: allè, wiezoë dan?Jà, dèi dach dat einen achter hem aanzaot, ee huurde mer roopen, 'pak-hEm, pak-hEm', en ee loupen, en toen er bij hun (thuis) keem woor (werd) er 'waar (gewaar) dat 't zijn eigen brookspijpen waoren.PK: Oh jao!
Beschrijving
Een man die de hele tijd hoorde roepen: "Pak hem! Pak hem!", sloeg snel op de vlucht omdat hij er van overtuigd was dat er iemand achter hem aan zat. In werkelijkheid had de man gewoon zijn broekspijpen tegen elkaar horen schuren.
Bron
P. Knabben, Leuven, 1970
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (maasvallei)
O/V/var.145
fabulaat
Bandopname
Naam Locatie in Tekst
Opgrimbie