Hoofdtekst
Mijn peter woonde te Ruien. Hij had een klein kind en het werd ziek. De dokters verstonden er niets van. Zulder naar Gent bij de zwarte paters. “Uw kind is te verre”, zeggen ze, “maar ge zult die persoon kennen, maar ge moogt ze geen kwaad doen. Ziet, ge hebt hier een spelleke. Komt ze binnen, zet ze op ne stoel en steekt het spelleke in de biezen. Ze zal niet meer kunnen vertrekken.”Ze deden dat en ’t gebeurde allemaal zoals gezegd. Met het moment dat het spelleke uitgetrokken was, stond ze op en zei: “elk goedendag” en ze was weg.
Beschrijving
Een man uit Ruien had een klein kind dat ziek was en niet door de dokters kon worden geholpen. De man ging naar de zwarte paters in Gent, die zeiden: “Het is al te ver gevorderd, maar je zal te weten komen wie het kwaad heeft aangericht. Je mag die persoon echter geen kwaad doen. Hier is een speldje. Als die vrouw op bezoek komt, moet je dat speldje in de zitting van haar stoel steken. Ze zal dan niet meer kunnen opstaan”. Alles gebeurde zoals de paters het hadden voorspeld. Zodra men het speldje uit de stoel had getrokken, stond de vrouw op met de woorden: “Elk een goedendag” en vertrok.
Bron
M.-P. Kesteleyn, Leuven, 1964
Commentaar
2.1 Heksen
oost-vlaams (vlaamse ardennen)
355
Peter van de informant
fabulaat
Naam Overig in Tekst
paters van Gent   
zwarte paters (Gent)   
Gent (paters van)   
Naam Locatie in Tekst
Kwaremont   
Plaats van Handelen
Ruien   
Gent