Hoofdtekst
En mijn vader zaliger die heeft zeleven verteld - ja, wij waren toen nog klein hè - en dat was een watermolen. Dan zei de molenaar dikwijls: 'De nacht om twaalf uur dan kunt ge het meel terug meenemen.' Dan maalde hij 's nachts in de zomer, dan was daar niet veel water en dan maalde hij - dat hij naar de molen ging. En hij meende de grote steenweg af te rijden en hij kon niet om om op de molen af te rijden. En hij kon niet om om op de molen af te rijden (sic). Daar was iets langs zijn kruiwagen, zei hij en geen middel, zei hij, om om te komen. 'En ik rij door', zei hij. En een beetje verder had hij dan een straat, dan kwam hij zo uit. Toen vertelde hij dat tegen zijn gebuur waar hij nogal veel bij kwam en die lachte ook met hem, wor. 'Dat bestaat niet', zei die. Ja, dat was een tijd daarna, toen had die een spekkuip gehaald, ook 's avonds. En op dezelfde plaats vloog zijn spekkuip van de kruiwagen en die liet de spekkuip met de kruiwagen in het pardel en die lopen!
Onderwerp
SINSAG 0478 - Andere Erlebnisse; unbeschreibbare Spukerscheinungen. 
SINSAG 0478 - Andere Erlebnisse; unbeschreibbare Spukerscheinungen. 
SINSAG 0455 - Der Geist neckt: Wagen vom Wege gestossen.
SINSAG 0455 - Der Geist neckt: Wagen vom Wege gestossen.
Beschrijving
Een boer die om middernacht het gemalen meel bij de molenaar moest gaan halen, kon plots niet meer verder. Wat hij ook deed, de kruiwagen bleef stilstaan. Toen de man de gebeurtenissen aan zijn buurman vertelde, lachte die hem uit. Een tijdje later ging de buurman met zijn kruiwagen een kuip halen. Op diezelfde plaats werd de kruiwagen door een vreemde kracht van de weg gestoten.
Bron
W. Achten, Leuven, 1971
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
midden-limburgs
g
Vader van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Hasselt
Hasselt